zaterdag 20 juni 2015

Gorinchem - Werkendam (Waterliniepad 15.05.24)

De titel dekt in dit geval niet geheel de lading. Ons startpunt ligt niet in Gorinchem maar aan de andere zijde van de Merwede. Dat komt doordat het veer tussen deze twee plaatsen pas om 12 uur de eerste afvaart heeft. En dat is wel erg laat... Dus het stukje varen slaan we nu over maar halen we aan het eind van de tocht weer in. Dus de kop zou eigenlijk moeten zijn Woudrichem - Werkendam!


Woudrichem is een oude vestingstad. Over de oorsprong van de naam is men niet geheel zeker. Het zou afkomstig kunnen zijn uit de samenvoeging wald en heim wat weer zou moeten wijzen op de bosrijke omgeving. Een andere uitleg is dat ene Heer Walderik een huis oprichtte aan de oevers van de Waal. Wij besluiten om bij terugkomst het centrum te bezoeken en nu de tijd te gebruiken om verder te wandelen.

Eerst gaat het over de dijk richting Sleeuwijk om al snel daarna naar beneden te lopen om door de


uiterwaarden te wandelen. Het is een mooi gebied die door de loslopende koeien wel heel Nederlands aandoet. Het is een mooi wandelpaadje wat uiteindelijk bij de jachthaven van Sleeuwijk uitkomt. Later op de dag zullen we nogmaals op hetzelfde punt uitkomen. Na Sleeuwijk lopen we zuidwestelijk. Er is hier om onverklaarbare redenen een lange lus in de route gelegd. Het landschap wordt kaler en vlakker maar zeker niet onaantrekkelijker.


We lopen de Biesbosch in! Het gebied is ontstaan na de Sint Elizabethsvloed in de 15e eeuw. De daardoor ontstane getijden en de aanwezigheid van zout en zoet water plus de geringe toegankelijkheid van het gebied, vormden indertijd de basis voor dit unieke natuurgebied. De Biesbosch is bijzonder door de grote verscheidenheid van riviertjes, kreken, zandplaten en grienden. Het gebied wordt doorsneden door verschillende kreken of killen zoals de Bakkerskil, Bruine Kil en Steurgat.

Bij het fort wat de naam draagt Bakkerskil (kil = kreek) drinken we buiten op het terras een koffie en genieten van een soepje. Fort Bakkerskil werd tussen 1877 en 1880 gebouwd om de Papsluis te beschermen. Deze sluis vormde een verbinding tussen het water van de Bakkerskil en de lager gelegen polders. Tijdens de Eerste- en Tweede Wereldoorlog bood het fort onderdak aan honderden soldaten maar er werd niet gevochten. Sinds 1951 is het fort niet meer in gebruik voor militaire doeleinden en tegenwoordig doet het dienst als restaurant met B&B.


We lopen langs de dijk van het Steurgat  richting Werkendam. Het is te merken dat het toerisme bezit heeft genomen van de Biesbosch. Niet alleen ligt er een prachtig nieuw wandel-/fietspad op de dijk ook de vele bootjes die op het watervaren bevestigen dat idee. Het nieuwe fiets-/wandelpad is een mooi alternatief om te lopen alleen jammer dat het nog niet helemaal klaar is. We hebben de keuze of een uur omlopen of afsteken door de brandnetels. We kiezen voor het laatste mede doordat we nog een boottocht hebben besproken en als we terug zouden lopen we deze zeker zouden missen!

Ons eindpunt van het waterliniepad is in zicht. Werkendam. We hebben wel eens mooiere aankomstplaatsen meegemaakt. Maar ieder eindpunt is er één dus ook deze. Werkendam dankt zijn naam aan de afdamming van het riviertje de Werken. Als onderdeel van de grote waterbouwkundige werken in de Groote Waard vindt omstreeks 1230 de afdamming plaats. Voor die tijd bevond zich al een nederzetting op die plaats, met de naam Wirkenemunde, voor het eerst vermeld in 1064. Van dat alles zien we weinig. De route doet de dorpskern niet aan.

Na 166 km verdeeld over 7 zondagen hebben we ook het Waterliniepad afgerond. Een tocht met vele afwisselende landschappen maar overal gedomineerd door de forten en sluizen. Een mooi stukje historisch Nederland,

We sluiten af met een boottochtje door de Biesbosch en daarna een heerlijk diner in de jachthaven van Sleeuwijk. En tijdens de maaltijd overleggen we hoe we nu verder gaan. We lopen altijd door dus ook nu. Maar welke kant gaan we uit. We komen tot overeenstemming dat we richting Rotterdam gaan (Markthal staat op het verlanglijstje) en dan richting Hoek van Holland wandelen. Het voornemen is daar het Deltapad naar Sluis te gaan volgen (223 km). In Sluis zoeken we het Grenslandpad op richting Thorn (363 km). Dit zuidelijke traject wordt mede ingegeven doordat we het midden van Nederland op allerlei mogelijke manieren al hebben doorkruist. Binnenkort leg ik mijn 5000 vastgelegde km in Nederland af.

De uitdaging voor de toekomst ligt dus zo goed als vast. Nieuwsgierig? Blijf me dan volgen!

Waterliniepad 166 km


Deltapad (westelijke route) 223 km

Grenslandpad 363 km






zaterdag 30 mei 2015

Acquoy - Gorinchem (Waterliniepad 15.05.17)

Het blijft een on-Nederlandse naam Acquoy met een rare toren. Kwamen we er met de vorige wandeling NET niet, dit keer gaan we er weer doorheen. Het is namelijk de start van onze route naar Gorinchem. Zoals hieronder te zien is een redelijk rechte lijn richting het Zuidwesten. Eerst langs de Linge om daarna de oversteek te maken naar de Waal die vervolgens bij slot Loevestein overgaat in de Merwede, die in Gorinchem weer samenstroomt met de Linge. Verwarrend? We gaan het vandaag allemaal meemaken.


Acquoy met zijn 15e-eeuwse scheve toren waaronder mevrouw Cornelia Pisa sinds 1941 begraven ligt. Een toevallige samenkomst?




















 Nee, het blijkt dat mevrouw Pisa een inwoonster was van Acquoy en getrouwd was met de hervormde predikant zoals op de steen vermeld. Ze kwam van oorsprong uit Utrecht waar de naam Pisa wel vaker voorkomt een van origine Italiaanse naam.

Een andere belangrijke geboren inwoner van Acquoy blijkt Cornelius Jansenius te zijn, de bisschop van Ieper. Het jansenisme, een religieuze en politieke beweging uit de 17de-eeuw is naar hem vernoemt. Kenmerkend voor de levenspraktijk van de jansenisten was onder andere hun pessimistische ethiek. Ze verwierpen de pauselijke onfeilbaarheid en Maria's Onbevlekte Ontvangenis, die 200 jaar later als absolute geloofswaarheden werden bevestigd, en stelde strenge voorwaarden voor de toediening van de sacramenten. Een rumoerig verhaal voor zo'n rustig dorpje aan een dode arm van de Linge.

We blijven er niet al te lang bij stil staan en wandelen al snel het dorpje uit waar een eindje verderop het volgende verdedigingswerk van de Waterlinie al bijna een eeuw op ons ligt te wachten. Ford Asperen. Dit fort heeft de naam gekregen van plaatse wat een klein eindje verderop ligt. Het is een torenfort en ligt ter verdediging van het achterland langs de dijk die een doorgang in de waterlinie is.

Asperen is ons welbekend. Een doorgang van enkele van onze vele wandelingen.

  • 17 april 2004 Bloesemtocht
  • 28 december 2008 Culemborg Asperen (Grote Gelderse Grensroute)
  • 1 februari 2009 Asperen - Brakel (Grote Gelderse Grensroute)
  • 5 juli 2009 Beesd - Leerdam (Lingepad)
  • 17 mei 2015 Acquoy - Gorinchem (Waterliniepad)
En zo blijkt het niet alleen in de tijd van de Hollandse Waterlinie een belangrijk punt te zijn maar is het dat nog steeds. We verlaten voor even de Linge en wandelen door de mooi natuur. Vooral in deze  periode is die op zijn allermooist. De Koekoek is terug en laat dat luidkeels weten. De zwaluwen scheren laag over land en water en uitbundige bloei van de Meidoorn is op zijn hoogte punt. Geel, wit en paars voeren de hoofdtonen van het kleurenpalet. Vooral de Meidoorn is fascinerend. Niet alleen de kleur maar ook de zoetige geur en het gegons van de vele bijen maakt indruk. Ik zal wat foto's plaatsen van gebieden waar we doorheen mogen wandelen.







We nemen een koffie in de tuin bij De Uitspanning in Vogelswerf. Een gezellige koffie en theeschenkrij om vervolgens de doorsteek te gaan maken naar de Waal. Een mooi open gebied waar het met dit weer te veel of te weinig is. De zon wekt wat warmte op en de wind doet zijn best deze weer weg te blazen. Net op het moment dat je je jas hebt uitgedaan omdat je begint te zweten beginnen de wind wat aan te trekken. Net even te fris dus tijd om je jas weer aan te trekken.

Net voordat we de Waal zien stromen komen we in Vuren. Een dorp die is ontstaan uit een nederzetting van rond 800. Het water zorgde voor de afzetting van voedselrijke klei maar ook voor heel veel wateroverlast. Dat rijke en vette rivierklei ligt er nog steeds de wateroverlast is verleden tijd. Die dijk gaat ons naar Gorinchem leiden. We starten langs de Waal. De Waal heeft zijn bestaan te danken aan de Rijn. Statig stroomt hij door het landschap tot aan Slot Loevestein want daar veranderd de naam van de rivier in Boven Merwede. Negen kilometer verderop bij Werkendam (ons einddoel) splitst de rivier zich in de Boven Merwede en de kunstmatig aangelegde Nieuwe Merwede. Geen wonder dat ik vroeger een onvoldoende had voor aardrijkskunde. Een van de langste rivier van Europa, de Rijn, stroomt wel ons land binnen maar komt er onder zijn eigen naam niet meer uit. 

Tussen Vuren en Fort Vuren lopen we langs de onlangs prachtig gerestaureerde Vurensche sluis. 

Om vervolgens langs de eveneens monumentale Hervormde kerk uit 1801 te lopen. Dat laatste valt op te maken uit de muurplaquettes waarop te lezen is: “Op den dertiende Juny des Jaars agtienhonderd en één lag Maria van der Kloes aan dit gebouw den eerste steen.” Op een andere plaquette staat te lezen waarvoor de kerk bedoeld is: “Den Christenen van Dalem tot eene oeffen-schoole in geloof, hoop en liefde”. Er heeft op een andere plek in Dalem een nog oudere kerk gestaan maar deze is waarschijnlijk ten prooi gevallen aan het water.

Bij Slot Loevestein lag vroeger de grens tussen Gelre en Holland. Op deze grens lag ook de belangrijke handelsstad Gorinchem. Een vestingstad die qua leeftijd niet onderdoet voor Vuren. Vanaf de 13de-eeuw werd er een verdedigingswal opgeworpen om zich te beschermen tegen de aanvallen uit Gelre en Holland. Vervolgens werden er stenen vestigingsmuren aangelegd en werden er 23 torens gebouwd waarmee het met recht een vestingsstad mocht worden genoemd. 

De Dalempoort

Het duurde echter tot november 1382 voordat die stadsrechten ook werden verleend. In 1388 brandde zo'n beetje de hele stad af en in 1417 werd de stad definitief ingelijfd bij Holland en groeide uit tot de 9de stad. Er volgden goede en slechte tijden. De stad werd opnieuw omwalt en in 1673 opgenomen in de Oude Waterlinie van het gewest Holland en in 1815 ging de vesting deel uitmaken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze linie niet van het gewest Holland maar van het Koninkrijk der Nederlanden.

Van verre laat Gorinchem zich al zien. Over de dijk lopend zie je op geruime afstand al de contouren van korenmolen uit 1764 daterende De Hoop fier boven het land uitsteken. 



Onder de poort meteen links staat het beeld van een knielende zalmvisser op de stadsmuur. Een beeld van de beeldhouwer Marcus Ravenswaaij die gezien werd als de stadsbeeldhouwer van Gorinchem en is overleden in 2003. Het beeld staat op een mooie plek want het water rond de Dalempoort, speelde eeuwenlang een vitale rol in de riviervisserij die tot het begin van de 20ste eeuw voor de stad van groot economisch belang was. Dit zorgde voor veel bedrijvigheid rond de poort.  De vis werd op handwagens naar de stad gereden om daar verhandeld te worden. De riviervisserij is inmiddels een bijna uitgestorven beroepsgroep en de zalm is dat bijna ook. Dis vis is afhankelijk van de migratie tussen zee en land maar dat gaat niet meer vanwege de kunstwerken voor de waterbeheersing. Denk aan sluizen en dijken. Men probeert dit deze vrije doorgang nu weer te creëren door bij deze onnatuur-lijke barrières vistrappen aan te leggen zodat de vis weer makkelijker naar zee kan. Deze vistrappen zijn niet alleen van levensbelang voor de zalm maar onder andere  ook voor de paling. 

Op de Grote Markt staat het oude stadhuis uit 1860 en ontworpen door de Rotterdamse bouwkundige A.W. van Dam en herbergt nu het Gorinchems museum. Boven de ingang valt onmiddellijk het wapen van Gorinchem op met de wapenspreuk "Fortes creantur fortibus" (Sterken brengen sterken voort). Het ziet er erg gedateerd uit maar is dat niet. Het wapen heeft pas in 1982 bij Koninklijk Besluit erkenning gekregen. Het wapen bestond al veel langer en was bij de adel ook wel aangevraagd maar er ontbraken wat zaken bij de omschrijving van het wapendiploma: er stond niets vermeld over de richting van de vanen op het poortgebouw, de kleur van de nagels van de schildhouders, het valhek in de poort noch de wapenspreuk. Dit is de reden dat de Hoge Raad op 24 juli 1816 een gedeeltelijke bevestiging gaf waardoor Gorinchem het lange tijd met een uitgekleed wapen moest doen. Het gemeentebestuur heeft dit later rechtgezet en kreeg op 24 maart 1982 alsnog erkenning van het te voeren wapen.

Oude wapen Gorinchem (1816)

Nieuwe wapen Gorinchem (1982)

Op het balkon van het stadhuis staat bijna weggemoffeld en onopvallend onder dat enorme schild een gearmd bruidspaar.  Ze behoren tot een keramiek "Bruidspaar met Cupido" gemaakt door Rob van der Ven. Cupido heb ik niet kunnen vinden maar misschien was die ter reparatie op reis. Hij was op nogal wat foto's op internet namelijk een arm kwijt.



Voor het oude stadhuis staat een eveneens prachtige Classicistische waterfontein genaamd de Wilhelminafontein. Geplaatst ter ere van de 40 jarige regeerperiode van koning Willem III. Ook hier ging er echter iets mis bij de vergunning. Deze werd pas in 1898 verleend. Het jaar dat Koningin Wilhelmina de troon besteeg. En zon het gebeuren dat de fontein ter herinnering gebouwd aan werd aan de 40 jarige regeer periode van koning Willem III  maar in de volksmond de naam kreeg Wilhelminafontein.


En dan de meest prangende vraag: Waarom spreek je Gorinchem uit als Gorkum?
Ik heb daar op internet het volgende over gevonden:

"De oudste schrijfwijze was Gurinchem (ca. 1200), een samenstelling van Gurinc/Gorinc (mogelijk een persoonsnaam) + hem, 'woonstede', hetzelfde woord als heem/heim in Heemstede en Sassenheim). De plaatselijke uitspraak moet allengs zijn overgegaan in /gori(n)kem/ en vervolgens in /gorkum/. Op papier heet de stad officieel nog altijd Gorinchem, met Gorkum of Gorcum als onofficiële variant. Dat de gesproken naam, /gorkum/, ook landelijk gebruikt wordt, is wel toegeschreven aan de invloed van verhalen over de martelaren van Gorcum (1572)."

Daar zul het mee moeten doen Jan Maarten!

maandag 20 april 2015

Tulle en 't Waal - Acquoy (Waterliniepad 15.04.19)

Het weggetje waar we vorige week nog over konden naar de parkeerplaats in Tulle en 't Waal blijkt vandaag afgesloten. Nu is dat niet zo erg met een TomTom in de auto. Het is een klein eindje omrijden. Zo is er iedere keer wel een verrassing. JMJ moeten bijna 2 uur rijden wij maar net 30 minuten...


We wandelen richting Culemborg. Het landschap voldoet steeds meer aan het beeld wat ik bij een rivierenlandschap heb. Dijken met idyllische boerderijtjes, oude hoogstam fruitbomen en in dit jaargetijde schapen met lammetjes. Bij fort Honswijk sieren twee hele lieve kleine beeldjes de slootkant. De uitleg bij het beeldje aan de ingang van het fort verklaart niet alles en dat komt hoofdzakelijk doordat ik het eerste beeldje heb herkent als vrouwspersoon.

Een vrouwspersoon
en even verder een manspersoon.


De nieuwsgierigheid is gewekt. Wat zouden deze beeldjes daar doen. Door wie zijn ze gemaakt. Ze zijn grof uitgewerkt uitkijkend over het polderlandschap. We moeten wachten totdat Google het geheim prijs zal geven.



Het blijken 2 van de 8 jongens van het  fort te zijn. Loop je de korte rondwandeling van 3,3 km via het Bokkepad dan kun je ze allemaal tegenkomen. Ze zijn gemaakt door Marijn te Kolsté. Een van de verhalen uit 1916 gaat als volgt:

Opeens moest ik in dienst. En dat terwijl de oogst voor de deur staat en mijn ouders mijn hulp hard nodig hebben! Was ik nog maar thuis, liever dan hier het vaderland te staan verdedigen. Nou ja, verdedigen… Die verwaande officieren, laten je rustig urenlang op wacht staan. En als we nou fatsoenlijk te eten kregen!

Maar het brood is meestal beschimmeld en de soep stinkt soms zo erg, dat onze varkens er zelfs hun neus voor zouden optrekken. En dan die kou. Als je de hele dag in de regen op wacht hebt gestaan en de kachel in de soldatenruimte doet het weer eens niet omdat er geen hout is, blijf je de hele nacht koud. je kleren drogen ook niet, dus elke morgen hijs ik me in de natte lappen. En dan heb ik het niet eens over de muizen, ratten en vlooien in de strozakken


Nat zijn we trouwens de hele dag. Als oefening is bij Honswijk de sluis opengezet om het land onder water te zetten, voor als de vijand binnentrekt. Nu lopen we al dagenlang door een halve meter water en het duurt nog minstens een week voordat het water weer is weggezakt. 

Het geeft een mooi beeld uit de tijd en een andere kijk op het leven op die forten. 

Een gierpont is met een kabel bevestigd aan een punt in het midden van de rivier op de bodem. Door het schip schuin te draaien, zal de boot door de stroming de overkant bereiken. Tegenwoordig hebben alle gierponten een dieselmotor ter ondersteuning om sneller aan de overkant te komen. De lengte van de kabel is o.a. afhankelijk van de breedte van de rivier. Omdat het ankerpunt en de pont enige afstand van elkaar zijn wordt de verbindingskabel met een of meerdere kleine bootjes ter grootte van een roeiboot, boven water gehouden. 



Deze bootjes zijn voor het overige scheepsverkeer een teken dat een gierpont gebruikt wordt en tevens dat men de pont dient te passeren aan de andere kant van de bootjes.

Het is een keer aan deze kant van de Lek in eens weer drukker. De bewoonde wereld is weer even dichterbij. Onder de spoorbrug door richting Werk aan het Spoel. Ook een van de verdedigingswerken. Hier heeft zich ook restaurant "De Veldkeuken"gevestigd. We drinken er koffie en eten een soepje. Er staat een raar kunstwerk in het weiland wat een kogelvanger blijkt te zijn. Deze kogelvanger werd rond 1880 gebouwd aan het einde van de schietbaan en diende om de kogels op te vangen die hun doel hadden gemist.

De kogelvanger uit omstreeks 1880
Het is druk in De Veldkeuken. Veel wandelaars en dagjesmensen. Het is er heerlijk toeven, De koffie lekker, de soep stevig.

Vanaf Goilberdingen is het bijna een lange rechte lijn in Zuidwestelijke richting naar Acquoy. Daarbij passeren we de snelweg Den Bosch - Utrecht. De huisjes staan zo nu en dan strak langs de dijk. Het uitzicht moet apart zijn. Deze huisjes hebben natuurlijk altijd al dicht tegen de voet aangestaan maar door de ophogingen door de loop der jaren heen is dat alleen maar erger geworden.

Veel dichter op de dijk kan bijna niet.

Bijna aan het einde gekomen nemen we nog even aan de waterkant een pauze. Dit is het jaargetijde waar je mooie foto's kunt nemen van

bloeiend lijnzaad


blauwe luchten

en gele dotter.

We hebben de auto net voor Acquoy staan. Een plaatsnaam die voor het eerst genoemd wordt in 1305 en is dan in het bezit van de heren van Voorne. Het meest bekende van dit plaatsje aan de Linge is natuurlijk de 17 meter hoge toren. Deze is vanaf de bouw behoorlijk scheef gezakt. De toren staat 3,8 graden uit het lood. Dat is maar 0,2 graden minder als de bekende toren in Pisa. Wat wel opvallend is, is dat mevrouw Pisa bij deze toren begraven ligt. We zijn hier al een keer doorgewandeld. Met MJM tijdens de Grote Gelderse Grensroute en met Ellen tijdens de Lingetocht. Maar net wat ik schreef vandaag komen we er NET niet.

En natuurlijk mag de gelopen track niet ontbreken. Dit keer een wat ander uiterlijk. Vind je de andere beter of misschien deze wel laat mij het horen.... Houd ik daar de volgende keer rekening mee.



zaterdag 18 april 2015

Utrecht - Tulle en 't Waal (Waterliniepad 15.04.12)

Graffiti onder de Nieuwegeinse brug over het Amsterdam-Rijnkanaal

"Het kan niet altijd goed gaan" zou ook de titel van deze blog kunnen zijn geweest. Hieronder de voorgenomen route en de uiteindelijke track.

Voorgenomen route
Uiteindelijke track

Maar het venijn zit in de staart dus vertrekken we onbezorgd uit Utrecht. We wandelen door het Wilhelminapark richting Prins Hendrikstraat. Een wijk met vele mooie kunstwerken, statige woningen en kleurrijke planten en bomen.


Gaia van Frans Bemelmans
 In 1998 was het 125 jaar geleden dat in het gebouw van Kunsten en Wetenschappen op de Mariaplaats in Utrecht de Vereniging van Nederlandse Gasfabrikanten in Nederland is opgericht. Ter ere van dit jubileum heeft de KVGN de stad Utrecht een beeld van Fons Bemelmans geschonken. Het beeld stelt een opengewerkte vrouwenkop voor, uit haar mond komt een vlamachtige vorm. De beeldhouwer Fons Bemelmans (1938, Maastricht) werkt voornamelijk figuratief en put veelvuldig inspiratie uit de mythologie van oude culturen.




Een rijkbloeiende Magnolia soulangeana. Dit is de bekendste valse tulpenboom ook wel beverboom genoemd en kan een hoogte bereiken van circa 8 meter. De vrij grote witte bloemen met een lilaroze basis staan rechtop en verschijnen in de periode april-mei. Na de bloei verschijnen de grote leerachtige bladeren. Misschien wat groot voor dit kleine tuintje maar in deze bloemenpracht een imposante verschijning. De naam valse tulpenboom heeft hij te danken aan het feit dat de bloemen wel lijken op de tulp maar de enige echte tulpenboom de Liriodendron tulipiferum is.







Een voortuin met allerlei bollen.




Een tuin vol voorjaarsbloeiers. Meest bollen zoals Hyacint, Narcis en Keizerskroon. De vraag is natuurlijk wel wat er van deze tuin overblijft als de bollen zijn uitgebloeid en weer op krachten moeten bijkomen? Wie het antwoord weet mag het melden. Te vinden in de Prins Hendriklaan





Maar het meest verrassende wat we tegen kwamen was het Rietveld Schrörderhuis. Rietveld de architect en Schrörder de opdrachtgever.







Het Rietveld Schröderhuis is een door Gerrit Rietveld in 1923-1924 ontworpen woonhuis. Het huis is volledig uitgevoerd volgens de ideeën van de kunstbeweging De Stijl. Rietveld ontwierp het huis voor Truus Schröder-Schräder, die er van januari 1925 tot haar dood in 1985 heeft gewoond. Het huis bevindt zich op het adres Prins Hendriklaan 50. Het pand keek na de bouw over de polder en lag aan de buitenkant van Utrecht.

We wandelen Utrecht uit en gaan onze eerst pauze houden bij een oude bekende: theehuis Rhijnauwen. Dit kasteel/huis ligt aan de rechteroever van de Kromme Rijn. We nemen plaats aan hetzelfde tafeltje als september vorig jaar en laten ons de koffie wel smaken. We volgen de Kromme Rijn tot aan Kasteel Oud Amelisweerd.

Oud Amelisweerd met op het dak een door Armando ontworpen vogel. 
We verlaten de Kromme Rijn om het Fort bij Vechten te bezoeken. Gebouwd tussen 1867 en 1870 behoort het met zijn 22 gebouwen tot een van de grootste forten van de Nederlandse Waterlinie. Er zijn 16 miljoen bakstenen in verwerkt. De ingang is door een inkeping in de verdedigingswal.






Het fort ligt er mooi en vredig bij. En als we ooit nog oorlog gaan voeren laten we dan afspreken dat we dat op de oude manier gaan doen. Het fort is inmiddels in eigendom van Staatsbosbeheer.


Onze lunchstop is bij de MAC. Het enige alternatief is 2 km extra lopen om in de binnenstad van Nieuwegein iets te gaan eten. Als we de MAC nemen kunnen we een stukje afsteken. Er volgt wat een moeilijks stuk. We lopen eerst richting het Amsterdam-Rijnkanaal om die daarna over te steken. We lopen aan de andere kant dan weer een stuk terug  om daarna het Lekkanaal weer over te steken. Aan de kade van het Amsterdam-Rijnkanaal ligt een drijvende bok van imposante afmeting werkeloos afgemeerd. We lopen onder de brug door en beklimmen aan die kant de Nieuwegeinsebrug. Er blijkt aan de overkantkant een expo "Binnestebuiten" onder de brug te zitten. We nemen een kijkje. Verrassend en leuk idee, waarschijnlijk weinig bezoekers. We wandelen weer onder de brug door om de volgende brug te nemen over het Lekkanaal de Overeindsebrug. Maar het mannetje wat in de verte zichtbaar wordt belooft weinig goeds.

Mannetjes in gele pakken geven meestal ellende

Het voorgevoel wordt bewaarheid. De brug is vannacht ingeruild voor een nieuwe en wordt nu verder afgebouwd en we mogen en kunnen er geen gebruik van maken. Op de vraag hoe we nu het best verder kunnen krijgen we geen antwoord. Hij mompelt nog iets van 25 km maar geeft toe dat de info niet betrouwbaar is omdat hij niet uit de streek komt. De Garmin geeft aan dat de weg terug aan de overzijde ook geen oplossing is omdat we dan aan na de afsplitsing van het Lekkanaal van het Amsterdam-Rijn Kanaal in het verkeerde kant van het Amsterdam-Rijnkanaal lopen Omwegen zijn ook echte omwegen. We overwegen een bus te gaan pakken in Nieuwegein om ons verder te laten brengen naar het volgende plaatsje. Dan is er een aardige lokale fietser die zegt dat we bij de sluis in het Lekkanaal wel over kunnen steken. Deze kans pakken we en gaan die kant uit. Het pad wordt er niet mooier op. Een industrieterrein is ons lot. Als we na verloop in de verte weer een brug zien raken we in de war. De richting van deze brug staat haaks op wat wij verwachte. Als we dichterbij komen is het snel duidelijk.

De oude Overeindsebrug

Het is de die nacht verwijderde Overeindsebrug die hier zolang tegen de over is gelegd. Het oversteken van de sluis levert geen probleem meer op. Om de ingestelde route weer op te zoeken en dan te vervolgen lijkt geen goede optie dus nemen we een eigen gekozen route op de Garmin om terug te komen bij de auto. Wat je niet weet kun je niet missen en ook deze weg heeft haar mooi punten. We komen uiteindelijk bij de auto in Tulle en 't Waal