maandag 20 april 2015

Tulle en 't Waal - Acquoy (Waterliniepad 15.04.19)

Het weggetje waar we vorige week nog over konden naar de parkeerplaats in Tulle en 't Waal blijkt vandaag afgesloten. Nu is dat niet zo erg met een TomTom in de auto. Het is een klein eindje omrijden. Zo is er iedere keer wel een verrassing. JMJ moeten bijna 2 uur rijden wij maar net 30 minuten...


We wandelen richting Culemborg. Het landschap voldoet steeds meer aan het beeld wat ik bij een rivierenlandschap heb. Dijken met idyllische boerderijtjes, oude hoogstam fruitbomen en in dit jaargetijde schapen met lammetjes. Bij fort Honswijk sieren twee hele lieve kleine beeldjes de slootkant. De uitleg bij het beeldje aan de ingang van het fort verklaart niet alles en dat komt hoofdzakelijk doordat ik het eerste beeldje heb herkent als vrouwspersoon.

Een vrouwspersoon
en even verder een manspersoon.


De nieuwsgierigheid is gewekt. Wat zouden deze beeldjes daar doen. Door wie zijn ze gemaakt. Ze zijn grof uitgewerkt uitkijkend over het polderlandschap. We moeten wachten totdat Google het geheim prijs zal geven.



Het blijken 2 van de 8 jongens van het  fort te zijn. Loop je de korte rondwandeling van 3,3 km via het Bokkepad dan kun je ze allemaal tegenkomen. Ze zijn gemaakt door Marijn te Kolsté. Een van de verhalen uit 1916 gaat als volgt:

Opeens moest ik in dienst. En dat terwijl de oogst voor de deur staat en mijn ouders mijn hulp hard nodig hebben! Was ik nog maar thuis, liever dan hier het vaderland te staan verdedigen. Nou ja, verdedigen… Die verwaande officieren, laten je rustig urenlang op wacht staan. En als we nou fatsoenlijk te eten kregen!

Maar het brood is meestal beschimmeld en de soep stinkt soms zo erg, dat onze varkens er zelfs hun neus voor zouden optrekken. En dan die kou. Als je de hele dag in de regen op wacht hebt gestaan en de kachel in de soldatenruimte doet het weer eens niet omdat er geen hout is, blijf je de hele nacht koud. je kleren drogen ook niet, dus elke morgen hijs ik me in de natte lappen. En dan heb ik het niet eens over de muizen, ratten en vlooien in de strozakken


Nat zijn we trouwens de hele dag. Als oefening is bij Honswijk de sluis opengezet om het land onder water te zetten, voor als de vijand binnentrekt. Nu lopen we al dagenlang door een halve meter water en het duurt nog minstens een week voordat het water weer is weggezakt. 

Het geeft een mooi beeld uit de tijd en een andere kijk op het leven op die forten. 

Een gierpont is met een kabel bevestigd aan een punt in het midden van de rivier op de bodem. Door het schip schuin te draaien, zal de boot door de stroming de overkant bereiken. Tegenwoordig hebben alle gierponten een dieselmotor ter ondersteuning om sneller aan de overkant te komen. De lengte van de kabel is o.a. afhankelijk van de breedte van de rivier. Omdat het ankerpunt en de pont enige afstand van elkaar zijn wordt de verbindingskabel met een of meerdere kleine bootjes ter grootte van een roeiboot, boven water gehouden. 



Deze bootjes zijn voor het overige scheepsverkeer een teken dat een gierpont gebruikt wordt en tevens dat men de pont dient te passeren aan de andere kant van de bootjes.

Het is een keer aan deze kant van de Lek in eens weer drukker. De bewoonde wereld is weer even dichterbij. Onder de spoorbrug door richting Werk aan het Spoel. Ook een van de verdedigingswerken. Hier heeft zich ook restaurant "De Veldkeuken"gevestigd. We drinken er koffie en eten een soepje. Er staat een raar kunstwerk in het weiland wat een kogelvanger blijkt te zijn. Deze kogelvanger werd rond 1880 gebouwd aan het einde van de schietbaan en diende om de kogels op te vangen die hun doel hadden gemist.

De kogelvanger uit omstreeks 1880
Het is druk in De Veldkeuken. Veel wandelaars en dagjesmensen. Het is er heerlijk toeven, De koffie lekker, de soep stevig.

Vanaf Goilberdingen is het bijna een lange rechte lijn in Zuidwestelijke richting naar Acquoy. Daarbij passeren we de snelweg Den Bosch - Utrecht. De huisjes staan zo nu en dan strak langs de dijk. Het uitzicht moet apart zijn. Deze huisjes hebben natuurlijk altijd al dicht tegen de voet aangestaan maar door de ophogingen door de loop der jaren heen is dat alleen maar erger geworden.

Veel dichter op de dijk kan bijna niet.

Bijna aan het einde gekomen nemen we nog even aan de waterkant een pauze. Dit is het jaargetijde waar je mooie foto's kunt nemen van

bloeiend lijnzaad


blauwe luchten

en gele dotter.

We hebben de auto net voor Acquoy staan. Een plaatsnaam die voor het eerst genoemd wordt in 1305 en is dan in het bezit van de heren van Voorne. Het meest bekende van dit plaatsje aan de Linge is natuurlijk de 17 meter hoge toren. Deze is vanaf de bouw behoorlijk scheef gezakt. De toren staat 3,8 graden uit het lood. Dat is maar 0,2 graden minder als de bekende toren in Pisa. Wat wel opvallend is, is dat mevrouw Pisa bij deze toren begraven ligt. We zijn hier al een keer doorgewandeld. Met MJM tijdens de Grote Gelderse Grensroute en met Ellen tijdens de Lingetocht. Maar net wat ik schreef vandaag komen we er NET niet.

En natuurlijk mag de gelopen track niet ontbreken. Dit keer een wat ander uiterlijk. Vind je de andere beter of misschien deze wel laat mij het horen.... Houd ik daar de volgende keer rekening mee.



zaterdag 18 april 2015

Utrecht - Tulle en 't Waal (Waterliniepad 15.04.12)

Graffiti onder de Nieuwegeinse brug over het Amsterdam-Rijnkanaal

"Het kan niet altijd goed gaan" zou ook de titel van deze blog kunnen zijn geweest. Hieronder de voorgenomen route en de uiteindelijke track.

Voorgenomen route
Uiteindelijke track

Maar het venijn zit in de staart dus vertrekken we onbezorgd uit Utrecht. We wandelen door het Wilhelminapark richting Prins Hendrikstraat. Een wijk met vele mooie kunstwerken, statige woningen en kleurrijke planten en bomen.


Gaia van Frans Bemelmans
 In 1998 was het 125 jaar geleden dat in het gebouw van Kunsten en Wetenschappen op de Mariaplaats in Utrecht de Vereniging van Nederlandse Gasfabrikanten in Nederland is opgericht. Ter ere van dit jubileum heeft de KVGN de stad Utrecht een beeld van Fons Bemelmans geschonken. Het beeld stelt een opengewerkte vrouwenkop voor, uit haar mond komt een vlamachtige vorm. De beeldhouwer Fons Bemelmans (1938, Maastricht) werkt voornamelijk figuratief en put veelvuldig inspiratie uit de mythologie van oude culturen.




Een rijkbloeiende Magnolia soulangeana. Dit is de bekendste valse tulpenboom ook wel beverboom genoemd en kan een hoogte bereiken van circa 8 meter. De vrij grote witte bloemen met een lilaroze basis staan rechtop en verschijnen in de periode april-mei. Na de bloei verschijnen de grote leerachtige bladeren. Misschien wat groot voor dit kleine tuintje maar in deze bloemenpracht een imposante verschijning. De naam valse tulpenboom heeft hij te danken aan het feit dat de bloemen wel lijken op de tulp maar de enige echte tulpenboom de Liriodendron tulipiferum is.







Een voortuin met allerlei bollen.




Een tuin vol voorjaarsbloeiers. Meest bollen zoals Hyacint, Narcis en Keizerskroon. De vraag is natuurlijk wel wat er van deze tuin overblijft als de bollen zijn uitgebloeid en weer op krachten moeten bijkomen? Wie het antwoord weet mag het melden. Te vinden in de Prins Hendriklaan





Maar het meest verrassende wat we tegen kwamen was het Rietveld Schrörderhuis. Rietveld de architect en Schrörder de opdrachtgever.







Het Rietveld Schröderhuis is een door Gerrit Rietveld in 1923-1924 ontworpen woonhuis. Het huis is volledig uitgevoerd volgens de ideeën van de kunstbeweging De Stijl. Rietveld ontwierp het huis voor Truus Schröder-Schräder, die er van januari 1925 tot haar dood in 1985 heeft gewoond. Het huis bevindt zich op het adres Prins Hendriklaan 50. Het pand keek na de bouw over de polder en lag aan de buitenkant van Utrecht.

We wandelen Utrecht uit en gaan onze eerst pauze houden bij een oude bekende: theehuis Rhijnauwen. Dit kasteel/huis ligt aan de rechteroever van de Kromme Rijn. We nemen plaats aan hetzelfde tafeltje als september vorig jaar en laten ons de koffie wel smaken. We volgen de Kromme Rijn tot aan Kasteel Oud Amelisweerd.

Oud Amelisweerd met op het dak een door Armando ontworpen vogel. 
We verlaten de Kromme Rijn om het Fort bij Vechten te bezoeken. Gebouwd tussen 1867 en 1870 behoort het met zijn 22 gebouwen tot een van de grootste forten van de Nederlandse Waterlinie. Er zijn 16 miljoen bakstenen in verwerkt. De ingang is door een inkeping in de verdedigingswal.






Het fort ligt er mooi en vredig bij. En als we ooit nog oorlog gaan voeren laten we dan afspreken dat we dat op de oude manier gaan doen. Het fort is inmiddels in eigendom van Staatsbosbeheer.


Onze lunchstop is bij de MAC. Het enige alternatief is 2 km extra lopen om in de binnenstad van Nieuwegein iets te gaan eten. Als we de MAC nemen kunnen we een stukje afsteken. Er volgt wat een moeilijks stuk. We lopen eerst richting het Amsterdam-Rijnkanaal om die daarna over te steken. We lopen aan de andere kant dan weer een stuk terug  om daarna het Lekkanaal weer over te steken. Aan de kade van het Amsterdam-Rijnkanaal ligt een drijvende bok van imposante afmeting werkeloos afgemeerd. We lopen onder de brug door en beklimmen aan die kant de Nieuwegeinsebrug. Er blijkt aan de overkantkant een expo "Binnestebuiten" onder de brug te zitten. We nemen een kijkje. Verrassend en leuk idee, waarschijnlijk weinig bezoekers. We wandelen weer onder de brug door om de volgende brug te nemen over het Lekkanaal de Overeindsebrug. Maar het mannetje wat in de verte zichtbaar wordt belooft weinig goeds.

Mannetjes in gele pakken geven meestal ellende

Het voorgevoel wordt bewaarheid. De brug is vannacht ingeruild voor een nieuwe en wordt nu verder afgebouwd en we mogen en kunnen er geen gebruik van maken. Op de vraag hoe we nu het best verder kunnen krijgen we geen antwoord. Hij mompelt nog iets van 25 km maar geeft toe dat de info niet betrouwbaar is omdat hij niet uit de streek komt. De Garmin geeft aan dat de weg terug aan de overzijde ook geen oplossing is omdat we dan aan na de afsplitsing van het Lekkanaal van het Amsterdam-Rijn Kanaal in het verkeerde kant van het Amsterdam-Rijnkanaal lopen Omwegen zijn ook echte omwegen. We overwegen een bus te gaan pakken in Nieuwegein om ons verder te laten brengen naar het volgende plaatsje. Dan is er een aardige lokale fietser die zegt dat we bij de sluis in het Lekkanaal wel over kunnen steken. Deze kans pakken we en gaan die kant uit. Het pad wordt er niet mooier op. Een industrieterrein is ons lot. Als we na verloop in de verte weer een brug zien raken we in de war. De richting van deze brug staat haaks op wat wij verwachte. Als we dichterbij komen is het snel duidelijk.

De oude Overeindsebrug

Het is de die nacht verwijderde Overeindsebrug die hier zolang tegen de over is gelegd. Het oversteken van de sluis levert geen probleem meer op. Om de ingestelde route weer op te zoeken en dan te vervolgen lijkt geen goede optie dus nemen we een eigen gekozen route op de Garmin om terug te komen bij de auto. Wat je niet weet kun je niet missen en ook deze weg heeft haar mooi punten. We komen uiteindelijk bij de auto in Tulle en 't Waal








zaterdag 11 april 2015

Breukelen - Utrecht (Waterliniepad 15.04.05)

Achterzijde slot Zuylen/

De start tegenover het Fort bij Tienhoven
Het belooft een mooie eerste Paasdag te worden. Een aangenaam zonnetje en de temperatuur net boven de 10 graden. Dus de afspraak is snel gemaakt. We gaan de 3de route lopen van het Waterliniepad. Het stuk tussen Breukelen en Utrecht. Bijna 25 km. We komen elkaar tegen bij het eindpunt waar het even zoeken is naar een geschikte parkeerplaats waar de auto de hele dag kan staan. Het wordt vlak onder de kantorenflat van het Provinciehuis. Vandaar rijden we naar het Fort bij Tienhoven. Daar de gebruikelijke koffie met een koekje. Vervolgens de Garmin aan en de rugzak op en aan de wandel.

Het is meteen al een genot. Over een dijkje langs het water. De polder vind ik meestal niet zoveel aan maar moet zeggen in het voorjaar heeft het toch wat extra's. De wat vochtiger plekken staan vol met geel bloeiend gewoon speenkruid (Ranunculus ficaria subsp. bulbilifer) maar ook witte vlakken met de bosanemoon (Anemone nemorosa). Ook het hoefblad laat zijn bladeren zien maar het meest valt toch zijn knotsvormige bloeivorm op. Daarnaast is er veel liefdesleven in en buiten de sloot te vinden. Het voorjaar brult.

Als we even stoppen voor een paaseitje en zittend op een aanlegsteiger daarvan genieten valt de beschoeiing op. Deze is van dakpannen! Iets wat alleen in deze streek voorkomt. Men is er nog niet helemaal achter waarom ze vooral hier voorkwamen maar misschien heeft het te maken met de grote hoeveelheid steen- en pannenbakkeijen. Turf en leem waren namelijke op korte afstand in grote hoeveelheden aanwezig. De met pannen aangelegde kanten kalven minder af en kunnen een groter gewicht dragen dan de tot dan toe gebruikelijke onverharde kanten. Een uitgebreid stuk hierover is te vinden op internet


Maarssen is de eerste plaats waar we doorheen komen. We lopen binnen over de Herengracht en verbazen ons over het rumoer. De bel die klinkt bij het sluiten en openen van de Evert Stokbrug. De passerende schipper is gezien zijn stuurkunst een beginneling. Zijn vrouw is zo onder de indruk over het entree dat de brugwachter het stel moet aanmoedigen door te varen in plaats van onder de brug te blijven liggen. Ook het carillon van de Heilig Hartkerk laat zich niet onbetuigd. Als we even later ons in het zonnetje vlijen bij bistro Zuster Francina klinkt uit die zelfde kerk de psalmen en gezangen uit de kelen van de vrome inwoners over de verrijzenis van Onze Lieve Heer.

We komen vervolgens door een gebied van prachtige landhuizen, hekken en theekoepels. Theekoepels is een typisch Nederlands verschijnsel. Meestal gebouwd in de 17de eeuw als prestige object. Ze werden ingezet bij het drinken van thee en alcoholica maar ook voor etentjes en ander tijdverdrijf. De hekken zijn groots en roepen protserig de naam van het landgoed waar zij de wacht voor houden.

   

Het is goed dat deze ijdelheid der ijdelheden zo goed bewaard is gebleven. Ze staan bijna allemaal op de monumenten lijst en zijn het bekijken en fotograferen waard. Het blijft allemaal van onbetaalbare schoonheid.


We wandelen via het natuurgebied rondom Molenpolder richting Oud Zuilen. En voor dat je Oud Zuilen inloopt wordt je middels allerlei borden op de hoogte gebracht over het windrecht van de bewoners van het slot. Dit windrecht hield onder andere dat de landheer de eigenaar was van de molens en deze ook mocht laten draaien.

Links de Buitenwegse wipmolen uit 1931, rechts de Westbroekse molen een grondzeiler uit 1753
Een eindje verderop ligt een van de eerste buitenbegraafplaats van Nederland uit 1781/1782 en gesticht door de baron als particuliere begraafplaats. De vazen bovenop de zuilen iggen vol met doodskoppen.

Ingang begraafplaats Oud Zuijlen.

En dan wandel je door een hek en loop je tegen het slot Zuylen. We worden begroet met geklepper door de broedende ooievaars boven op het slot. We komen wat tijd te kort om uitgebreid rond te kijken dus besluiten door te lopen. Wat opvalt is de mooi bewaard gebleven slangenmuur ook wel abrikozenmuur genoemd. Door de speciale vorm van de overal even dikke muur verkreeg men een sterke muur zonder ribben of steunberen waar men in de inhammen fruit en druiven kon kweken omdat daarbinnen een soort van (sub)tropisch klimaat ontstond waar men zelfs vijgen in kon kweken.. Ook deze muren behoren tot de monumentenzorg.

Slangenmuur ook wel abrikozenmuur genoemd

De stop bij restaurant Belle Entree maakt indruk. Vooral de venkelsoep, de manier waarop deze wordt uitgeserveerd en de pittige prijs die men er voor vraagt. Zou kunnen komen door de omgeving.... We zullen het er nog lang over hebben.

Utrecht roept in de verte. We tikken de buitenwijk even aan om vervolgens de Gagelpolder in te lopen. Van origine was dit tot halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw een landbouwgebied maar is daarna toegevoegd aan het herinrichtingsgebied Noorderpark. Een 5900 hectare groot gebied ten behoeve van recreatie en natuurontwikkeling. Veenachtig en vol met vaarten en slootjes. Omdat de aanwijzingen ontbreken (ver)dwalen we wat door deze waterrijke omgeving.

Blauwkapel, een klein plaatsje met een beschermd stadsgezicht en een rijke historie. Zo werd het fort Blauwkapel in 1881 om het plaatsje heen gebouwd en werd zo een van de grootste verdedigingswerken binnen waterlinie.  Ook staat er er een kapel uit 1451 met een blauwe binnenmuren waaraan dit plaatsje zijn naam te danken heeft. Op 2 juni 1843 viel in Blauwkapel ook de grootste Nederlandse meteoriet. De inslag werd gezien door een boer (of zijn knecht) en hij haalde de ongeveer 7 kg wegende meteoriet van een meter diepte.

En na een dag wandelen komen we aan waar we onze auto 's morgens hadden neergezet namelijk bij het provinciehuis van Utrecht. Een markant punt. Als ik er langs loop vallen mij de strakke Buxushagen met de speelse brug op. Zou het een verbeelding zijn van het achterland waar door heen gekomen zijn?