zaterdag 11 april 2015

Breukelen - Utrecht (Waterliniepad 15.04.05)

Achterzijde slot Zuylen/

De start tegenover het Fort bij Tienhoven
Het belooft een mooie eerste Paasdag te worden. Een aangenaam zonnetje en de temperatuur net boven de 10 graden. Dus de afspraak is snel gemaakt. We gaan de 3de route lopen van het Waterliniepad. Het stuk tussen Breukelen en Utrecht. Bijna 25 km. We komen elkaar tegen bij het eindpunt waar het even zoeken is naar een geschikte parkeerplaats waar de auto de hele dag kan staan. Het wordt vlak onder de kantorenflat van het Provinciehuis. Vandaar rijden we naar het Fort bij Tienhoven. Daar de gebruikelijke koffie met een koekje. Vervolgens de Garmin aan en de rugzak op en aan de wandel.

Het is meteen al een genot. Over een dijkje langs het water. De polder vind ik meestal niet zoveel aan maar moet zeggen in het voorjaar heeft het toch wat extra's. De wat vochtiger plekken staan vol met geel bloeiend gewoon speenkruid (Ranunculus ficaria subsp. bulbilifer) maar ook witte vlakken met de bosanemoon (Anemone nemorosa). Ook het hoefblad laat zijn bladeren zien maar het meest valt toch zijn knotsvormige bloeivorm op. Daarnaast is er veel liefdesleven in en buiten de sloot te vinden. Het voorjaar brult.

Als we even stoppen voor een paaseitje en zittend op een aanlegsteiger daarvan genieten valt de beschoeiing op. Deze is van dakpannen! Iets wat alleen in deze streek voorkomt. Men is er nog niet helemaal achter waarom ze vooral hier voorkwamen maar misschien heeft het te maken met de grote hoeveelheid steen- en pannenbakkeijen. Turf en leem waren namelijke op korte afstand in grote hoeveelheden aanwezig. De met pannen aangelegde kanten kalven minder af en kunnen een groter gewicht dragen dan de tot dan toe gebruikelijke onverharde kanten. Een uitgebreid stuk hierover is te vinden op internet


Maarssen is de eerste plaats waar we doorheen komen. We lopen binnen over de Herengracht en verbazen ons over het rumoer. De bel die klinkt bij het sluiten en openen van de Evert Stokbrug. De passerende schipper is gezien zijn stuurkunst een beginneling. Zijn vrouw is zo onder de indruk over het entree dat de brugwachter het stel moet aanmoedigen door te varen in plaats van onder de brug te blijven liggen. Ook het carillon van de Heilig Hartkerk laat zich niet onbetuigd. Als we even later ons in het zonnetje vlijen bij bistro Zuster Francina klinkt uit die zelfde kerk de psalmen en gezangen uit de kelen van de vrome inwoners over de verrijzenis van Onze Lieve Heer.

We komen vervolgens door een gebied van prachtige landhuizen, hekken en theekoepels. Theekoepels is een typisch Nederlands verschijnsel. Meestal gebouwd in de 17de eeuw als prestige object. Ze werden ingezet bij het drinken van thee en alcoholica maar ook voor etentjes en ander tijdverdrijf. De hekken zijn groots en roepen protserig de naam van het landgoed waar zij de wacht voor houden.

   

Het is goed dat deze ijdelheid der ijdelheden zo goed bewaard is gebleven. Ze staan bijna allemaal op de monumenten lijst en zijn het bekijken en fotograferen waard. Het blijft allemaal van onbetaalbare schoonheid.


We wandelen via het natuurgebied rondom Molenpolder richting Oud Zuilen. En voor dat je Oud Zuilen inloopt wordt je middels allerlei borden op de hoogte gebracht over het windrecht van de bewoners van het slot. Dit windrecht hield onder andere dat de landheer de eigenaar was van de molens en deze ook mocht laten draaien.

Links de Buitenwegse wipmolen uit 1931, rechts de Westbroekse molen een grondzeiler uit 1753
Een eindje verderop ligt een van de eerste buitenbegraafplaats van Nederland uit 1781/1782 en gesticht door de baron als particuliere begraafplaats. De vazen bovenop de zuilen iggen vol met doodskoppen.

Ingang begraafplaats Oud Zuijlen.

En dan wandel je door een hek en loop je tegen het slot Zuylen. We worden begroet met geklepper door de broedende ooievaars boven op het slot. We komen wat tijd te kort om uitgebreid rond te kijken dus besluiten door te lopen. Wat opvalt is de mooi bewaard gebleven slangenmuur ook wel abrikozenmuur genoemd. Door de speciale vorm van de overal even dikke muur verkreeg men een sterke muur zonder ribben of steunberen waar men in de inhammen fruit en druiven kon kweken omdat daarbinnen een soort van (sub)tropisch klimaat ontstond waar men zelfs vijgen in kon kweken.. Ook deze muren behoren tot de monumentenzorg.

Slangenmuur ook wel abrikozenmuur genoemd

De stop bij restaurant Belle Entree maakt indruk. Vooral de venkelsoep, de manier waarop deze wordt uitgeserveerd en de pittige prijs die men er voor vraagt. Zou kunnen komen door de omgeving.... We zullen het er nog lang over hebben.

Utrecht roept in de verte. We tikken de buitenwijk even aan om vervolgens de Gagelpolder in te lopen. Van origine was dit tot halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw een landbouwgebied maar is daarna toegevoegd aan het herinrichtingsgebied Noorderpark. Een 5900 hectare groot gebied ten behoeve van recreatie en natuurontwikkeling. Veenachtig en vol met vaarten en slootjes. Omdat de aanwijzingen ontbreken (ver)dwalen we wat door deze waterrijke omgeving.

Blauwkapel, een klein plaatsje met een beschermd stadsgezicht en een rijke historie. Zo werd het fort Blauwkapel in 1881 om het plaatsje heen gebouwd en werd zo een van de grootste verdedigingswerken binnen waterlinie.  Ook staat er er een kapel uit 1451 met een blauwe binnenmuren waaraan dit plaatsje zijn naam te danken heeft. Op 2 juni 1843 viel in Blauwkapel ook de grootste Nederlandse meteoriet. De inslag werd gezien door een boer (of zijn knecht) en hij haalde de ongeveer 7 kg wegende meteoriet van een meter diepte.

En na een dag wandelen komen we aan waar we onze auto 's morgens hadden neergezet namelijk bij het provinciehuis van Utrecht. Een markant punt. Als ik er langs loop vallen mij de strakke Buxushagen met de speelse brug op. Zou het een verbeelding zijn van het achterland waar door heen gekomen zijn?




Geen opmerkingen:

Een reactie posten